Aspecifieke lage rugklachten door het werk

  • 00Rugklachten en werk
  • 01Ontwikkeling van het instrument
  • 02Het instrument
  • 03Beroepsziekte
  • 04Begeleiding werknemer met aspecifieke lage rugklachten
  • 05Reacties (0)

Samenvatting

Meer dan de helft van de verzuimende werknemers in Nederland is van mening dat het werk hoofdzakelijk of mede de oorzaak is van de lage rugklachten. Er bestaat een instrument waarmee de bedrijfs- en verzekeringsarts de mate van werkgerelateerdheid van aspecifieke lage rugklachten zo goed mogelijk kan inschatten. Dit gebeurt op basis van de leeftijd van de werknemer en de blootstelling aan tillen en dragen, buigen en/of draaien van de romp en lichaamstrillingen. Het instrument is gebaseerd op een meta-analyse van klinische studies en nationale en internationale expertbijeenkomsten en maakt deel uit van de beroepsziekteregistratierichtlijn voor aspecifieke lage rugklachten van het NCvB en van de NVAB-richtlijn ‘Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met rugklachten’. Doordat het instrument inzicht biedt in welke mate van blootstelling risicovol is voor deze klachten, is het ook nuttig als insteek voor de evaluatie van de werking van preventieve maatregelen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Kuijer, P.P.F.M.
Miedema, H.S.
Molen, H.F. van der
Burdorf, A.
Frings-Dresen, M.H.W.
Thema Hoofdartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 2 september 2014
Editie Quintesse - Jaargang 3 - editie 3 - nummer 3 | Lage rugklachten

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel:

  • weet u dat de meerderheid van de Nederlandse werknemers die verzuimen vanwege aspecifieke rugklachten van mening zijn dat deze klachten mede of hoofdzakelijk het gevolg zijn van hun werk;
  • kent u het instrument waarmee de mate van werkgerelateerdheid van de aspecifieke lage rugklachten is vast te stellen op basis van de leeftijd van de werknemer en de mate van blootstelling aan risicofactoren;
  • weet u dat dit instrument bijdraagt aan de onderbouwing van de keuze voor een persoonsgerichte en/of werkplekinterventie.