Rugklachten zijn vaak aspecifiek. Het diagnostisch proces is relatief eenvoudig. Bij de meeste patiënten is de anamnese al voldoende om de diagnose te kunnen stellen. Lichamelijk onderzoek is dan ook niet direct aangewezen, hoewel het verwachtingspatroon bij patiënten soms anders kan liggen. Voor een goede dokter-patiëntrelatie kan daarom een lichamelijk onderzoek nuttig zijn. De meeste rugklachten zijn self-limiting. Door voldoende te bewegen en met een laag niveau van pijnmedicatie is het grootste gedeelte van de patiënten binnen twee weken hersteld. Een beperkte groep patiënten zal moeten worden verwezen naar de fysiotherapeut en voor een kleine restgroep is beeldvormende diagnostiek noodzakelijk. Hiermee kan worden beoordeeld of toch sprake is van specifieke rugklachten. Op grond daarvan kan ook een verwijzing naar de orthopedisch chirurg worden overwogen. De prognose van lage rugklachten is afhankelijk van verschillende factoren. Zij zijn van invloed op herstel en werkhervatting. De begeleiding is vooral gericht op het activeren en tijdcontingent re-integreren, waardoor somatische fixatie wordt voorkomen. Er bestaan verder mythen rond lage rugklachten die in dit artikel worden ontzenuwd.
Auteurs | Elders, L.A.M. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 2 september 2014 |
Editie | Quintesse - Jaargang 3 - editie 3 - nummer 3 | Lage rugklachten |
Na het lezen van dit artikel: