Na het bespreken van de veranderingen die globaal vanaf het 40e jaar in het oog optreden, wordt ingegaan op de meest voorkomende oogaandoeningen tussen de 40 en 70 jaar waar bedrijfs- en verzekeringsartsen mee geconfronteerd kunnen worden. Dit zijn refractieafwijkingen en hun chirurgie, suikerziektecomplicaties in het netvlies, staar, glaucoom, glasvochttroebelingen, dubbelzien, luie ogen, ouderdomsmacula-aandoening en accommodatiestoornissen. De prevalentie en behandeling van deze aandoeningen komen aan de orde, eventueel met aanwijzingen hoe ze het arbeidsvermogen kunnen beïnvloeden.
| Auteurs | Jong, P.T.V.M de |
|---|---|
| Thema | Hoofdartikel |
| Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
| Publicatie | 13 juni 2013 |
| Editie | Quintesse - Jaargang 2 - editie 2 - nummer 2 | Oog en werk |
Na het lezen van dit artikel
• weet u welke aspecten van het zien belangrijk zijn voor de dagelijkse werkzaamheden en welke niet;
• kunt u zich voorstellen wat een patiënt met oogklachten ongeveer kan zien;
• hebt u een indruk van hoe lang iemand na een behandeling doorgaans weer kan werken;
• weet u welke risico’s bepaalde behandelingen met zich meebrengen.