De incidentie van chronische toxische encefalopathie (CTE) is sinds 1998 duidelijk afgenomen, blijkt uit cijfers van het NCvB (Beroepsziekten in cijfers 2014). Desondanks kunnen bedrijfs- en verzekeringsartsen nog steeds worden geconfronteerd met deze aandoening. In dit artikel wordt een casus van een meubelspuiter besproken. De bedrijfsarts reageert alert op klachten van aanhoudende moeheid, prikkelbaarheid, geheugenproblemen en somberheid en verwijst betrokkene naar een solventteam. De blootstelling gedurende 18 jaar dienstverband wordt ingeschat als hoog. Bij neuropsychologisch onderzoek worden cognitieve functiestoornissen geobjectiveerd, passend bij CTE. Andere mogelijke oorzaken voor het klachtenpatroon kunnen niet worden vastgesteld. Aangezien er sprake is van blijvende gezondheidsschade, adviseert de bedrijfsarts een vervroegde IVA aan te vragen. De verzekeringsarts ziet bij eigen onderzoek het CTE-klachtenbeeld bevestigd. Er zijn nagenoeg geen herstelverwachtingen. De arbeidsdeskundige kan geen functies duiden, als gevolg waarvan betrokkene volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt geacht en in aanmerking komt voor een IVA. Na het stoppen van de blootstelling lijkt sprake van licht herstel van de cognitieve functiestoornissen.
Auteurs | Jonker, J. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 16 september 2016 |
Editie | Quintesse - Jaargang 5 - editie 3 - nummer 3 | Toxicologie |
Na het lezen van dit artikel: